Een bio-ethanol haard veilig gebruiken? Hier moet je op letten
Bio-ethanol haarden zijn net zo veilig als gas- of houthaarden. Schaf je een bio-ethanol haard van DRU aan, dan weet je zeker dat jouw haard het hoogste veiligheidsniveau heeft en voorzien is van de modernste technologie.
Naast degelijke apparatuur, is het belangrijk dat je veilig omgaat met de bio-ethanol haard. We bespreken waar je op moet letten bij het stoken van een bio-ethanol haard zodat je altijd veilig stookt.
Veilig het brandstofreservoir vullen
Om de bio-ethanol haard te laten branden heeft deze brandstof nodig en voor het bijvullen van het reservoir ben je – in tegenstelling tot een gashaard – zelf verantwoordelijk. Het bijvullen van het reservoir van een bio-ethanol haard is erg eenvoudig, maar kan gevaarlijk zijn als je dit doet wanneer de haard aan staat of net heeft gebrand. Zorg er daarom altijd voor dat je het reservoir vult op het moment dat de haard volledig afgekoeld is, bijvoorbeeld voordat je de haar aansteekt.
Het systeem is dusdanig beveiligd dat er eigenlijk niks mis kan gaan. Je kunt niet bijvullen als de haard nog niet voldoende is afgekoeld. Door het geavanceerde systeem is het vrijwel onmogelijk om te knoeien maar mocht er iets niet goed zijn dan geven de sensoren dit altijd aan. Door deze beveiliging kun je de haard dus nooit ontsteken als er dingen niet in orde zijn.
Wees voorzichtig in de omgeving van de haard als deze brandt
Echt heet wordt de haard niet, maar het glas van de haard zal door het vuur opwarmen. Pas daarom op in de buurt van de haard wanneer deze aan staat of net heeft gebrand. Zorg ervoor dat je het glas van de haard niet aanraakt als deze warm is en houdt (kleine) kinderen uit de buurt van een warme haard.
Ventileer de ruimte tijdens het stoken
Er komen geen schadelijke stoffen vrij bij het stoken van een bio-ethanol haard, maar toch zullen wij je altijd adviseren om tijdens of vlak na het stoken de ruimte waar de haard staat te ventileren, bijvoorbeeld door een raam open te zetten. Op deze manier is er altijd voldoende zuurstof in de ruimte voor de optimale stookcondities.